U bent hier
Pleiten voor de vrijlating van een terrorist is ongehoord

Kamerlid Koen Metsu vindt het ongehoord dat bepaalde politici in het verleden alles eraan deden om terrorist Oussama Atar uit Irak weg te halen, onder valse voorwendselen dan nog. “En dat terwijl deze regeringsploeg met rasse schreden een volledig vernieuwd veiligheidsbeleid uitstippelt”, onderstreept Metsu.
Oussama Atar zat van 2003 tot 2012 in de cel in Irak. Hij werd vervroegd vrijgelaten, nadat onder andere Buitenlandse Zaken, Amnesty International en de familie Atar ervoor gelobbyd hadden om de man medische verzorging te geven, omdat Atar doodziek zou zijn. Eenmaal op vrije voeten bleek de man niet terminaal maar kerngezond.
De persoonlijke vriend van IS-leider Abu Bakr Al Baghdadi smokkelde na de afzetting van Saddam Hoessein in 2003 nog wapens naar Irak. Pas op 23 maart van dit jaar gingen verschillende alarmbellen af, waardoor hij aan de officiële terreurlijst werd toegevoegd. Eén dag voordien lieten 32 mensen in Brussel het leven, nadat de neven van Atar zich zowel in de luchthaven als op de metro opbliezen. Oussama Atar zou een groot aandeel hebben gehad in de organisatie van die aanslagen.
Onverantwoorde beslissing
Dat leden van de regering ervoor hebben gezorgd dat Oussama Atar uit de Iraakse gevangenis werd vrijgelaten, is volgens Metsu hallucinant. “Belgische politici hebben zich voor de kar van een gevaarlijke terrorist laten spannen. De personen die tien jaar geleden zo’n onverantwoorde keuze hebben gemaakt, zullen daar persoonlijk verantwoording voor moeten afleggen. Ik zal dit tot op het bot uitspitten.”